dinsdag 7 oktober 2008


CROSNE of Japanse aardappels (Stachys sieboldii syn. affinis) zijn kleine spiraalvormige knolletjes die op een garnaal lijken. Het zijn knolletjes van de Japanse andoorn. De plant komt oorspronkelijk uit Centraal- en Noord-China. In Japan en India wordt hij nog steeds grootschalig geteeld. Maar ook in Frankrijk weet men de lekkere smaak te waarderen en wordt de crosne hier en daar nog steeds geteeld (vernoemd trouwens naar de Franse plaats Crosne heet de plant in Europa 'Crosne du Japon.
Smaak: De smaak van deze decoratieve groente heeft iets weg van nieuwe aardappelen. Dit is de reden dat de crosne ook Japanse aardappel wordt genoemd. Sommigen vinden het een kruising tussen bloemkool, artisjok en schorseneer.
Verkrijgbaarheid: Best lastig. Soms in Turkse of Marrokaanse winkel, op biologische markten en op de oosterse markt in Beverwijk.
Teelt: Op zich vrij gemakkelijk. Plant een paar knolletjes in goed losgemaakte grond ca. 5 cm diep en 10 cm uit elkaar. Bij de teelt op 'ruggen', net als bij aardappelen, ontstaan grotere knolltetjes.De planten worden ca. 50 cm hoog. Laat groeien tot oktober en oogst dan naar behoefte tot maart. De knollen zijn vorstbestendig en kunnen dus in de grond blijven. Let op: op lichte gronden gaat de plant behoorlijk woekeren!
In de keuken: Crosne kunnen bereid worden als krielaardappeltjes en zijn dus geschikt voor koken, bakken of frituren. De kleine knolletjes, waar zand aan kan zitten, moeten enkele malen grondig worden gewassen in ruim water. Verwijder een stukje van de onderkant en borstel ze eventueel schoon als wassen niet voldoende is.In Frankrijk en Duitsland (waar de plant "Knollenziest" heet) geldt crosne als een lekkernij.Rauw geraspt als een salade smaken de knolletjes noot-achtig.Ze kunnen ook worden geroosterd en vormen dan een lekkere snack. Kort bakken in wat boter is ook heel lekker.

Geen opmerkingen: