maandag 6 oktober 2008

Wat de boer niet kent

Terwijl de food industry een grote fantasie aan de dag legt op het gebied van gemaksgroenten (soep in een zak, minisnackgroenten), verschraalt het aanbod aan verse stronken en gebladerte in de winkel. Het Genootschap der Vergeten Groenten wil het tij keren en de rijkdom aan vergeten groentesoorten onder de aandacht te brengen. Groente, zegt het genootschap, moet rust en tijd worden gegund om zich vol te zuigen met smaak. Het probleem is: rust en tijd kosten geld.Zo levert de roseval, een kleine aardappel, die Dries van den Bogaerd op zijn knieƫn uit het Noord-Limburgse zand harkt, maar eenderde aan gewicht van wat een productieaardappel weegt. 'Dan heeft een teler zijn keus snel gemaakt.'Honderd meter achter hem bereidt een legertje koks in de keuken van de Historische Groentehof in Beesel het uit zestien gangen bestaande bacchanaal der vergeten groenten: een workshop voor gevorderde eters, telers en bereiders van oude groentesoorten. Op het menu staan gerechten als 'soep van Romeinse witte peen' en 'amuse van aardpeer en venusschelpjes'. Kweker en 'zadenspeurder' Ton Vreeken voert de eters tussen de gangen door langs spekbonen of fijne knoebelbuenkes, zwarte Afghaanse penen, Limburgse mollestaarten en ABC-kruid.De consument heeft het aan zichzelf te danken. Die wil niet veel betalen, dus kiest de teler voor snelgroeiende gewassen die vaak aan smaak en voedingsstoffen hebben ingeboet. Of 'langzame groente' behalve lekkerder ook gezonder is, daar bestaat nauwelijks wetenschappelijk bewijs voor. Uit onderzoek van het Driebergse Louis Bolk Instituut voor biologische landbouw blijkt wel dat een kropsla na tien weken koude grond significant meer voedingsstoffen bevat en houdbaarder is dan een krop die na vijf weken uit een verwarmde kas komt.

Geen opmerkingen: